De familie Raphalowiz was weliswaar ingezeten in Nederland, maar bezat niet de Nederlandse nationaliteit. De vader van Henri, Philip Raphalowiz, was geboren in Włocławek, Polen en vestigde zich ca. 1888 in Amsterdam. De reden voor zijn vertrek uit Polen en de gevolgde weg naar Amsterdam zijn mij niet bekend. Hierbij is kennelijk de Poolse nationaliteit verloren gegaan, of er is afstand van gedaan. In Nederland werden Philip en zijn kinderen (hoewel in Nederland geboren) als stateloos beschouwd. Hierdoor hadden zij bijvoorbeeld geen stemrecht, en veel moeite om reispapieren te krijgen. Een aantal leden van de familie heeft een naturalisatieverzoek gedaan. Naturalisatie wordt voorafgegaan door een lange procedure die (voor de oorlog) slechts twee keer succesvol is geweest, zie hiervoor de pagina Naturalisaties. Waarschijnlijk is dit voor Henri dit aanleiding geweest om in de dagbladpers via ingezonden brieven lotgenoten te vinden, om de Tweede Kamer te verzoeken naturalisatie in zulke gevallen te vergemakkelijken. Hij deed dit samen met H.W. (wschl.: Heinrich Wilhelm) Selbeck uit Rotterdam. Minstens 4 ingezonden brieven zijn er geplaatst (in ieder geval in de Haagsche Courant van 26 februari 1931, en in het Rotterdamsch Nieuwsblad van 23 april 1931), alle met ongeveer dezelfde strekking. In Het Volk: dagblad voor de arbeiderspartij van 13 mei 1931 stond deze ingezonden brief van Henri.
Op deze oproepen ontvingen Henri en H.W. Selbeck betrekkelijk veel reacties, namelijk 91 brieven, 54 briefkaarten en 73 visitekaartjes, bevattende 270 namen van lotgenoten.
Een voorbeeld, naar aanleiding van de ingezonden brief in Het Volk:
Op 10 december 1932 stuurden zij deze reacties, met 3 ‘krantenuitknipsels‘, als bijlage bij een ondertekend verzoekschrift naar de Tweede Kamer1, waar het tijdens de vergadering van 13 december 1932 aangemerkt werd als een van de ingekomen stukken, een verzoekschrift ‘(..) van H. Raphalowiz, stoffenverver, te ‘s Gravenhage, en van H. W. Selbeck, kantoorbediende, te Rotterdam, houdende verzoek om vaststelling eener regeling krachtens welke zij, die in Nederland zijn geboren en niet in het bezit zijn eener nationaliteit, kosteloos danwel tegen verminderde kosten kunnen worden genaturaliseerd; (..)’. Het adres wordt ter beoordeling doorgestuurd naar de betrokken commissie.
Een commissie onder voorzitterschap van J.G. Suring (RKSP) heeft het verzoekschrift (en een ander met dezelfde strekking) bestudeerd en ‘was van meening dat kennisneming van deze adressen van belang kan zijn voor deze Kamer, (en) heeft de eer voor te stellen, die neder te leggen ter griffie, ter inzage van de leden‘ (Handelingen 23 december 1932). Onbekend is, of er verder nog iets met dit verzoekschrift is gebeurd. De naam Raphalowiz komt in verband hiermee verder niet voor in de Handelingen.
- Nationaal Archief, Den Haag, Tweede Kamer der Staten-Generaal, nummer toegang 2.02.22, inventarisnummer 1326 [↩]